
Onderzoek gevolgen nachtdienst
Onderzoek toont aan dat nachtarbeid een gevaar vormt voor de gezondheid en veiligheid als gevolg van een mismatch tussen werk- en rusttijden en het natuurlijke ritme van de mens.
Het probleem van nachtarbeid is dus een fysiologisch probleem, dat zich maar in beperkte mate laat oplossen door alleen werk- en rusttijden te regelen. Om de gevolgen van nachtarbeid te beperken, zijn maatregelen nodig die de fysiologie tijdens nachtarbeid ondersteunen. Interventies die vermoeidheid tijdens nachtarbeid kunnen verminderen, dragen bij aan de veiligheid op het werk.
Onderzoek gevolgen nachtdienst
De Stichting Arbeidsmarkt Ziekenhuizen (StAZ) gaf CIRCADIAN Netherlands de opdracht om maatregelen uit te werken op het gebied van gezondheid, veiligheid en roostering. Dit hield in, dat de effecten van lichttherapie en een aangepast voedingsprogramma op vermoeidheid en gezondheidsklachten van nachtarbeid werden onderzocht. Ook werden individuele roosters van verpleegkundigen getoetst op vermoeidheidsrisico's.
De resultaten van dit project "Optimalisatie Nachtarbeid Ziekenhuizen" leiden tot de volgende conclusies:
- Vermoeidheid tijdens de nachtdienst is niet langer een voldongen feit, maar is aan te pakken met lichttherapie en aangepaste voeding.
- Lichttherapie kan de vermoeidheid tijdens de nachtdienst tot bijna 14% verminderen. Lichttherapie verbetert ook het cognitief functioneren van verpleegkundigen tijdens de nachtdienst, met name het geheugen en concentratie.
Aangepaste voeding kan vermoeidheid tijdens de nachtdienst zelfs tot meer dan 26% verminderen. Aangepaste voeding verbetert de slaapkwaliteit van de dagslaap (na afloop van een nachtdienst), evenals klachten over ernstige hoofdpijn en algehele vermoeidheid.
Conclusies onderzoek
Uit het onderzoek wordt duidelijk dat individuele kenmerken van medewerkers, met name leeftijd en chronotype (ochtendmens of avondmens), bepalende factoren zijn voor het functioneren tijdens de nachtdienst. Hierbij valt op dat de groep ouderen (medewerkers van 50 jaar en ouder) zich in positieve zin onderscheiden van hun collega's in de middengroep (35 tot 49 jaar).
De uitkomsten van het onderzoek bieden concrete handvatten om praktische programma's toe te passen in programma's rond veiligheid, leeftijdsfasebewust personeelsbeleid of duurzame inzetbaarheid.