
Vuistregels voor een verantwoord werkrooster
Een nachtdienst draaien is zwaar, maar in veel bedrijven en instellingen onontkoombaar. In onze 24-uurs economie moet er immers gewerkt worden, zowel overdag als ’s nachts. Als werkgever of planner is het belangrijk om een gezonde werkdruk voor werknemers te creëren. Voldoende bezetting, regelmatig pauzeren en de mogelijkheid om een ‘dutje’ te doen tijdens een nachtdienst zijn van essentieel belang. Wetenschappelijke kennis leidt tot eenvoudige vuistregels voor het ontwerpen van roosters, afgestemd op je persoonlijke levensstijl. Het zijn geen geboden en eisen, maar wel verstandige uitgangspunten voor onregelmatig werk.
Werkrooster
Maak werkroosters met de volgende ergonomische uitgangspunten:
- Voorwaartse rotatierichting
- Minimaal 2 en maximaal 6 diensten achter elkaar
- Maximaal 4 zelfde soort diensten
- Wekelijkse arbeidsduur van maximaal 34-38 uur, afhankelijk van de zwaarte van het rooster
- Half uur pauze in het midden van de dienst
- Dienstlengte van maximaal 9 uur, in de nacht 8 uur
- Begin- en eindtijden rond 07.00/15.00/23.00 uur
- Voorspelbaar roosterpatroon
- Tenminste 40% van de avonden en weekenden vrij, met goede spreiding
Eten
- Houd de drie-maaltijden-structuur vast
- Maaltijd tijdens nachtdienst om 02.00 uur, tegen einde dienst klein hapje
- Koolhydraatvrij/arm dieet. Alleen het hapje aan eind van de nachtdienst is koolhydraatrijk
Slapen
- Neem de slaaphygiëne regels in acht, met name voor wat betreft de dagslaap
- Gebruik je rustperioden ook om te rusten
- Na dagslaap nog dutten (ter voorbereiding volgende nachtdienst) kan, maar niet langer dan 45 minuten
- Tijdens vrije dagen zoveel mogelijk vasthouden aan een vast slaap/waakpatroon (op tijd naar bed, op tijd op)